Over

Geschiedenis van IerBius

Zelf een lekker biertje brouwen, daar begon het mee in november 2015. Typisch Belgische recepten met Belgische giststammen (trappist en andere).
Gewoon omdat er zoveel lekkers mee mogelijk is. Met aromahoppen deels gekweekt in eigen tuin.

Een grote chefkok is er aan mij niet verloren gegaan maar toch experimenteerde ik als puber graag met taarten bakken. Enkele jaren later kwam daar wijn maken bij met een best geslaagde rodebessen wijn in een eerste damejeanne vat met Champagne gist en een zware bloemenwijn die wat naar Porto smaakte. Enkele decennia later waren daar overigens nog steeds de sporen van te zien tengevolge van een perzikwijn waarbij het waterslot verstopt geraakte en zodat de kleine helft tegen het plafond van de garage van ons ouderlijk huis spoot.

Zo’n dertig jaar later deed een met passie gebrachte streekbierenavond georganiseerd door de Maldegemse Gezinsbond de zin om te brouwen terug opflakkeren. Een ‘Brewferm’ startkit met kant en klare vloeibare moutextract van bruin abdijbier was de eerste stap. Daar kon nauwelijks iets mis mee gaan, en al snel volgde een blond ‘Furioso’ biertje met poedervormig moutextract. Een derde brouwsel smaakte even goed, maar nu wou ik de samenstelling van het moutextract achterhalen en evenaren qua smaak wat herhaald brouwen inhoudt evenals nauwkeurig notities bijhouden. Furioso wordt omgedoopt tot Furiosa – elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval… Nu was de toon voor eigen creaties in de keuken helemaal gezet. Al gauw volgenden de aanschaf van een grotere kookpot, schroten van echte mouten in een bloemmolentje dat ik via vrienden op de kop kon tikken, een hevelwortfilter, een buitengasvuur (in de keuken begon ik alweer sporen achter te laten), een temperatuurcontroler met een tweedehandsfrigo en biggenlamp waardoor de vergistingstemperatuur veel beter kan gestuurd worden en tenslotte een electrische Easybrew installatie en een Fastferment gistvast. Ik volgde een cursus brouwen voor gevorderden en een cursus eigen hop kweken, kreeg zes hopplanten voor in de tuin voor mijn verjaardag en begon giststammen op te kweken uit Westmalle en Karmeliet flesjes om ze vervolgens in de diepvries te kunnen bewaren. 12 liter brouwsels werden 20 liter brouwsels meestal gesmaakt door de vrienden (‘dit zou ik wel kopen’) maar even goed eindigden brouwsel nagenoeg integraal in de gootsteen wegens ondrinkbaar sterk gekruid. Na een tiental keer kleine variaties op hetzelfde recept te brouwen en na wat aftasten brouwde ik – nu als zelfstandige in bijberoep – met de olijke vrienden van de brouwerij ‘Bryggja’ in Moerkerke 500 liter van mijn ‘Bloend van Ollier’ te lanceren op het eerste Maldegems bierfestival. Het bier werd iets te vroeg gebotteld, kwestie van klaar te zijn tegen het bierfestival, met tot gevolg dat het enkele maanden later wel erg hard schuimde met hier en daar een exploderend flesje. De merknaam Ierbius werd geregistreerd, etiketten en facebookpagina ontworpen met de onmisbare hulp van zoon Hannes en layout van vrouwlief. Dat bier slijten in plaatselijke cafés en biercentrales was de volgende uitdaging en blijft een confrontratie met mezelf. Een andere confrontatie betrof die met de belastingsadministratie die een stuk minder meegaand bleken dan die van akzijnzen en van het Federaal Voedselagentschap, maar eind goed al goed (tot nader order natuurlijk). Inmiddels brouw ik vier bieren, grotendeels bij Bryggja, één of meerdere keren per jaar en probeer ik tijd te houden voor het thuis ontwikkelen van nieuwe recepten. Er staat altijd wel iets te borrelen…